Burundezen slachten elkaar af Het Nieuwsblad
Vrijdag 29 oktober 1993
BUJUMBURA – Een week na de half mislukte staatsgreep van een groep Burundese militairen, heerst er in grote delen van het binnenland nog altijd volop chaos en anarchie. Dat blijkt uit verhalen van Vlamingen die donderdag vanuit de streek rond de centraal gelegen stad Gitega werden geëvacueerd. Blanken worden ongemoeid gelaten, maar de Burundezen slachten elkaar op grote schaal af. Alle Belgen die dat wilden zijn inmiddels uit het binnenland naar Bujumbura geëvacueerd. De meeste religieuzen verkozen op hun post te blijven. „Hutu’s nemen wraak op de Tutsi-minderheid voor de moord op president Ndadaye. De Tutsi’s slaan terug met de hulp van legerpatrouilles die vaak geen enkel kontakt met hun basissen hebben”. Dat zeggen Marc Vanhuffel en Jeannette Dejaegher, twee vrijwilligers uit Oudenaarde die de eerste hulp hielpen op poten zetten op het aartsbisdom van Gitega. „C’est la peur qui règne – de angst beheerst het land”, vertellen je in Bujumbura Tutsi’s en Hutu’s gelijk. Maar vooral in het centrum van’ het land blijkt de moord op president Melchior Ndadaye, net een week geleden, tot een waanzinnige cyclus van wraak en weerwraak te leiden. Het echtpaar Vanhuffel-Dejaegher, dat er net andermaal drie weken vrijwilligerswerk bij het aartsbisdom Gitega op had zitten, maakte het allemaal van heel dichtbij mee. „Tot zondagmiddag bleef het in en om Gitega relatief rustig”, vertellen ze. „De militairen die in de stad gelegerd zijn vertelden dat zij geen uitstaans hadden met de putsch, dat zij er vooraf zelfs niet van op de hoogte waren gebracht. Maar dan ging het plots van kwaad naar erger. In de buurt werden para’s aan de grond gezet en die schoten prompt vijf mensen dood. Vanaf maandagmorgen begonnen militairen systematisch lokale kopstukken van het Frodebu, de partij van de vermoorde president, om te brengen. Vooral de para’s gingen als beesten te werk”, zeggen de Vanhuffels. Marc vertelt hoe Paul, een jonge Hutu die als tekenaar voor zijn medisch hulpprojekt werkte, maandagmorgen op straat gevraagd werd waar David, zijn vriend en een bekende Frodebuaanhanger, was. Toen hij de soldaten zegde dat hij dat niet wist kreeg zijn zwangere vrouw het bevel verder te lopen. Paul kreeg een revolverkogel door het achterhoofd. De jonge man was vier maanden getrouwd. Omdat het ziekenhuis van Gitega van bij de aanvang van het konflikt zo goed als verlamd was hielpen de Vanhuffels in allerijl een dispensarium uitbouwen in de gebouwen van het aartsbisdom. „Ze brachten een kind van twee jaar bij ons binnen dat drie kogels had gekregen”, zeggen zij. „Een baby van zes maanden moesten we dringend laten amputeren, want één onderbeen was half afgehakt met een machete”. De Vanhuffels vertellen ook hoe lichte pantserwagens van het leger granaten afvuurden op een aantal woningen van Frodebu-kopstukken, en hoe de mensen in paniek een onderkomen bleven zoeken in het aarstbisdom. „Eerst kregen wij heel wat Tutsi’s binnen”, zeggen Marc en Jeannette. „Toen hun Hutu-buren merkten dat de Tutsi’s ‘verdwenen waren, vreesden ze dat die terug zouden komen het leger. Vaak kwamen dan die Hutu’ op hun beurt bij ons aankloppen. Nu liggen de buren zij aan zij opnieuw verenigd in loodsen en kerken. Maar al het voedsel is op. En de spanning was vandaag weer danig aan het stijgen”. De toestand’ in grote delen van het land neemt nog dramatischer vormen aan door de dysenterie-epidemie die voor de couppoging van vorige donderdag al ravages aanrichtte. „Intussen zijn de meeste dispensaria in het binnenland dicht, of ze zitten zonder geneesmiddelen”, aldus de Vanhuffels. „De ramp is niet meer te overzien. De meeste waarnemers hier zijn er intussen heilig van overtuigd dat alleen een razendsnelle internationale militaire tussenkomst een uitkomst kan brengen. Dat was ook de boodschap die de ten minste dertigduizend betogers van het Frodebu, die donderdagmiddag in doodse stilte door Bujumbura opstapten, verkondigden. Een betoging die door haar perfekte organizatie en omkadering duidelijk maakte dat het Frodbu, dat voornamelijk onder de 85 t.h. Hutu’s rekruteert, een macht vormt waartegen het Tutsi-leger alleen nog de grove middelen kan inzetten. Axel BUYSE
@AGNews 2002 |