BRUSSEL - Meer en meer berichten wijzen er op dat de rebellenbeweging van Laurent Kabila in eigen rangen af te rekenen krijgt met verdeeldheid én zich schuldig maakt aan slachtpartijen. Intussen bevestigen nu ook de VN dat nog honderdduizenden Rwandezen in Zaïre ronddoien.

Terwijl het ZaÏrese leger zich op zijn terugtocht overal schuidig maakt aan plunderingen, blijkt het ook de rebellen niet voor de wind te gaan. Goed ingelichte bronnen stelden gisteren dat het voorbije weekeinde, bij een botsing tussen Kabilaaanhangers en Mai-mai-strijders, minstens een 20-tal Maimai's omkwamen. Twee onafhankelijke bronnen maakten gewag van 'slachtpartijen' waarbij Rwandese Hutu's afgemaakt worden. Eén bron heeft het tevens over een moordpartij waarbij 1.000 Burundezen in het Shabunda-woud vermoord zijn.

De toenemende berichten over blanke huurlingen lijken de rebellen zenuwachtiger te maken. In die sfeer zijn er berichten -dat grote groepen vluchtelingen op weg zijn naar Rwanda".

Intussen kondigde het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen (UNHCR) aan dat het - drie maanden na de feiten een bureau gaat openen in Kisangani. Het UNHCR beciiferde immers dat er het voorbije jaar 1,3 miljoen Rwandezen naar huis terugkeerden en stelde daarbij tegelijk vast dat er "voor honderdduizenden Rwandese vluhtelingen in Oost-Zaïre" hulp nodig is. Alleen ai rond Lubutu zitten er 120.000, evenals 60 000 rond Amisi.

Volgens de Viaams hulporganisatie Memisa sterven er nu tientallen mensen per dag. "De conclusie van het senaatsrapport over Rwanda is dat de Belgische militairen hadden moeten blijven. Dit is vandaag weer aan het gebeuren", besluit Marty Waals van Memisa bitter.